De huidige tijd vraagt veel van ouders en kinderen. De eisen zijn soms torenhoog. Waar de moeders in de vorige eeuw nog klaar zaten met het kopje thee en waar kinderen na school nog heerlijk in en rondom huis konden tuttelen, moet er tegenwoordig gewerkt worden en is er weinig tijd voor elkaar. Dat betekent dat de tijd die er is, goed ingevuld moet worden.
Neem daarbij maar eens een aantal factoren in ogenschouw, zoals:
- De hoge (cito) eisen die worden gesteld aan ouders en kinderen in hun functioneren op het werk en school.
- De snelheid waarmee kinderen door hun ontwikkeling worden geloosd waarbij er geen uitstel van ontwikkelingsdoelen of klas mag worden overgeslagen. We beginnen steeds jonger met het aanbieden van lesstof en het volgen van groeiwaarden.
- De steeds hogere verwachtingen die we stellen aan elkaar en aan het leven. Daarbij moet alles liefst perfect zijn en vinden we het moeilijk om afwijkingen van de norm te accepteren. De onrust om iedere dag ergens op tijd te komen in samenhang met dag en weekplanningen om alle agendapunten te kunnen afwerken.
- De vele prikkels van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat.
- De tijd die met elkaar wordt doorgebracht, moet kwalitatief goed zijn waarbij we liever geen gezeur hebben.
- En misschien de allermoeilijkste: onze kinderen moeten gelukkig zijn en goed in hun vel zitten want anders falen wij als ouders en voelen we ons ongelukkig. We doen verschrikkelijk ons best om goede ouders te zijn.
Al deze componenten samen betekent dat er op kinderen een enorme druk ligt. Als zij zich ongelukkig voelen, doen ze hun ouders verdriet en dat is het laatste wat ze willen. Zo komen met name de kinderen steeds meer onder druk te staan en waar er druk is, vliegt ergens iets uit de bocht.
Wat gebeurt er in een gezin onder druk?
Als een gezin alle ballen in de lucht probeert te houden en ouders doen zo hun best om het leuk en gezellig te houden, dan krijgen de kinderen als kind van de rekening vaak de druk te verwerken.
De belangrijkste behoefte van kinderen zijn:
- Veiligheid
- Structuur
- Aandacht
Wanneer ouders gestrest zijn, zich afvragen of ze het wel goed doen of (te) druk zijn met eigen bezigheden en overleven, ontberen kinderen de veiligheid, structuur en aandacht van een stevige ouder die zorgt voor een gevoel van rust.
Er ontstaat vaak een vicieuze cirkel waarin een kind klachten krijgt, meest gerelateerd aan angst of boosheid als uiting van een gevoel van onveiligheid. De angst of boosheid kan zich ook vertalen in slecht slapen, buikpijn bij het naar school gaan, niet fit zijn, miepen en piepen om futiliteiten en driftaanvallen of zelfs zichzelf beschadigen.
Ouders merken dat kinderen zich niet goed voelen en niet lekker in hun vel zitten en zij gaan compenseren door het kind ter wille te zijn en mee te bewegen op de grillen van het kind. Hierdoor voelt het kind zich nog meer onveilig en verliest de ouder steeds meer de regie.
De bodemloze put
Kinderen die bang zijn, vragen om geruststelling. Kinderen die boos zijn vragen om duidelijkheid, begrip en grenzen. Echter, een ouder die medelijden heeft met zijn angstige kind of twijfelt aan zijn eigen aanpak en maar blijft geruststellen, helpt zijn kind niet heus. Ook de ouder die het boze kind sust, op een strafstoeltje zet of zelf boos wordt, schiet er weinig mee op.
In feite vragen bange, boze, slecht slapende of etende, miepende en piepende kinderen stevig ouderschap. Ouders doen in hun verwoede pogingen hun kind te helpen en het niet teveel te frustreren vaak veel teveel moeite. Ze blijven hun kind geruststellen en verwennen: “je kan het wel, er is geen monster, toe nou, papa is niet boos, ik ga wel met je mee, ik blijf wel even bij je slapen, ik voer je nog wel, ik help je wel met aankleden je huiswerk, ik doe het wel voor je….. etc, etc….
Het gevolg is dat ouders en kinderen met elkaar verzanden in een bodemloze put. Het kind leert vooral hoe het moeilijke situaties kan vermijden, hoe het zijn zin kan krijgen en hoe het zijn ouders voor zijn karretje kan spannen. Wat het kind niet leert is:
- Zelfvertrouwen door het maken van fouten
- Omgaan met een Nee
- Omgaan met teleurstelling
- Het gevoel iets te kunnen
- Boosheid op een gezonde manier uiten
- Doorzettingsvermogen
- Rekening houden met een ander
In de bodemloze put wordt iedereen gefrustreerd en moe en het lost niets op en het blijft maar doorgaan. Het kind eist steeds meer regie op en ouders volgen door steeds meer het kind zijn zin te geven ter voorkoming van grotere problemen. En juist dat wat het kind zo nodig heeft aan veiligheid, structuur en positieve aandacht verdwijnt sluipenderwijs in de bodemloze put van angst, boosheid en negatieve aandacht.
Het dempen van de put
Wanneer ouders in de gaten krijgen dat ze samen in een put zijn beland, kunnen ze starten met het aanleggen van een stevige betonvloer in de put. Allereerst moeten ze weer teruggaan naar hoe zij de regie in handen kunnen nemen en hoe ze hun kind veiligheid, structuur en positieve aandacht kunnen geven:
- Allereerst het stellen van regels en duidelijkheid over ochtendrituelen, taken in huis en het oppakken van eigen verantwoordelijkheden. Duidelijkheid is een eerste vereiste.
- Een kind krijgt maximaal drie keer een geruststelling of een waarschuwing om zich anders te gedragen.
- Benoem de gevoelens van het kind: “Dit is spannend, je weet niet hoe het moet, je had het heel graag gewild, het lukt je niet terwijl je wel je best doet”.
- Draai alles om: Als het kind vraagt om geruststelling, stel je een tegenvraag: “hoe had je het eerder opgelost en hoe wil je het aanpakken en wie gaat je helpen”.
- Geef complimenten over hoe een kind het aanpakt of over het bedenken van een oplossing.
- Vermijd ten alle tijde iets in orde te maken wat je kind zelf moet doen. Stimuleer of misschien zelfs “eis” van je kind dat het zijn taken uitvoert binnen de gestelde tijd.
- Houd het uit wanneer je kind het moeilijk heeft, benoem het gevoel en blijf steunen en stimuleren om door te gaan.
- Accepteer dat perfecte ouders niet bestaan en een straf zijn voor kinderen.
Door het aanleggen van een betonvloer in de put leert een kind verantwoordelijk te zijn voor de eigen daden, maar bovenal leert het zelfvertrouwen omdat het stap voor stap leert moedig te zijn en lef te hebben om de eigen leertaken in dit leven op te pakken.
En ouders? Zij staan aan de rand van de put en geven nu en dan een echo dat ze er zijn om het kind te ontvangen. Op deze manier wordt de put steeds minder diep en steunen ouders hun kinderen om vooruit te gaan. En als ze vallen, staan ze vanzelf weer op omdat ze geleerd hebben hoe dat moet en omdat ze weten dat een zere knie vanzelf een keer weer over gaat.